De passie van Dirk Tanghe: oftewel, stop het gelul

Ik herlees het boek over de geschiedenis van De Paardenkathedraal. Voor wie het niet weet: De Paardenkathedraal was het Utrechtse theatergezelschap wat vanaf het begin van de jaren ’90 tot aan ongeveer de eeuwwisseling het theater hier in de stad nationaal en internationaal op de kaart wist te zetten. Onbetwiste leider van de groep: Dirk Tanghe.

Dirk Tanghe

Dirk Tanghe was een theatraal wonderkind. Flamboyant, manisch, creatief, destructief, alcoholist, inspirerend… zijn voorstellingen, waaronder De getemde feeks, De Vrek, Romeo en Julia, Tartuffe, August August, en zijn absolute magnus opus Een midzomernachtdroom hebben mij als -toenmalig- jonge theatermaker blijvend beïnvloedt. Het was speels, beeldend, muzikaal, confronterend, snijdend, onverwacht: het is moeilijk om theaterervaringen van 20 jaar geleden in woorden te vangen, maar nog steeds staan sommige beelden van de voorstellingen op mijn netvlies.

Een van Dirks kwaliteiten als regisseur was het vormen van een ensemble. Ik heb in het verleden met meerdere van zijn spelers gesproken, en ze waren allemaal onder de indruk van zijn vermogen om een groep spelers (incl. de figuranten) binnen de kortste keren om te vormen tot een groep. Een groep waarin mensen zich veilig voelden, bereid waren extremen aan te gaan, confrontaties durfden op te zoeken, en zich met huid en haar over wilden geven aan de grillen van hun onberekenbare regisseur.

Een Midzomernachtdroom

Wat daarin zo in het oog sprong was de vanzelfsprekendheid en de losheid van het acteren. Ik zie nog Paul Disbergen als gefrustreerde regisseur het amateur-ensemble bij elkaar proberen te houden in Een Midzomernachtdroom. Of Barry Atsma volkomen op zijn gemak als een aap door de keuken slingerend, terwijl hij Freule Julie probeert te imponeren. De spelers hadden zich hun rol zo eigen gemaakt, dat je als publiek bereid was de meest extreme gedragingen te accepteren.

Vanochtend was ik bij een training van een niet nader te noemen grote bank. De jonge trainees moesten zich presenteren, hun ‘brand’ overbrengen. Wat zijn je kwaliteiten, wat maakt je uniek, waardoor onthouden mensen jou? Het waren leuke, aardige, beleefde, jonge medewerkers. Ze deden hun best, en we kwamen best een eind. Maar tussendoor vroeg ik me een meerdere malen af: “Hoe zou Dirk dit hebben aangepakt?’

Hij zou ze “bij hun kladden hebben gevat”, alle hoeken van de kamer hebben laten zien, ze tot op hun bot hebben uitgekleed om te komen tot wat ‘echt’ is. Geen gelul, geen modieuze termen als ‘personal brand’ of dat soort geleuter. De bank zou er niet blij van zijn geworden: hun jonge trainees worden door een alcoholistische, Vlaamse wildeman ontdaan van alle bullshit.

Wat zou dat goed zijn geweest, dacht ik later. De jonge trainees op laten gaan in een orgastische, Dyonisische rondedans van ongecontroleerde passie. Om tien uur ’s ochtends een fles drank erin gieten, de remmen los, en op zoek gaan naar waar de essentie van iemands persoonlijkheid ligt. Geen modieus gewauwel, maar alle Managementboek in de fik steken, om er in je blote kont omheen te dansen. Wil je authenticiteit? Je kunt het krijgen!

Dirk Tanghe is van de aardbodem verdwenen. Hij is depressief, drankverslaafd, en zijn laatste regie (In België) dateert volgens internet van 15 jaar geleden. Maar ik koester zijn voorstellingen. Ze hebben een onuitwisbare indruk op me gemaakt, ze zijn nog steeds een bron van inspiratie voor me, ze appeleren aan mijn creativiteit, en ze zijn een graadmeter voor Waarheid. De paradox dat spelers in zijn stukken oprechter, authentieker en geloofwaardiger waren dan de goedwillende deelnemers in mijn training baart me zorgen, en doet me nadenken over mijn eigen rol op het gebied van training en opleiding.